Abdijbier is een verzamelnaam voor allerlei stijlen bier die gebrouwen zijn met als kenmerk dat zij verbonden zijn aan een kloostergemeenschap. Dit hoeft trouwens niet per se te betekenen dat het bier ook door die abdij gebrouwen wordt, maar het moet wel de naam dragen van de abdij.
Abdijbier bestaat al sinds er kloosters zijn. Monniken brouwden het bier en dronken het zelf of verkochten het aan hun omgeving om zo in hun levensonderhoud te kunnen voldoen. Door de jaren heen hebben meer abdijen hun bierproductie uitbesteed aan professionelere brouwerijen.
Dit was een doorn in het oog voor een groep cultuurbeschermers en daarom werd een keurmerk gestart in 1999 door de unie van Belgische Brouwers.
Brouwerijen die toen een bier brouwden wat de naam droeg van een abdij kregen dit keurmerk, mits zij royalty's afdroegen aan liefdadigheid of culturele projecten en de betreffende abdij controlerecht gaf op publicaties. Voor nieuwe ‘abdijbieren’ gold dat zij daarnaast ofwel een juridisch contract met de abdij hebben, ofwel onder licentie brouwen. Dit laatste zie je bijvoorbeeld bij Leffe en Affligem/Postel.
De typering abdijbier heeft altijd een keurmerk. Je herkent dit keurmerk aan een logo op het etiket met de tekst ‘erkend Belgisch abdijbier’. Je weet dan zeker dat je bier verbonden is aan de genoemde abdij.
Achel Tripel
Achelse Kluis
7.3
/ 10
Eigenlijk een tripel maar het is zeker geen zware drinker door zijn lichte, bloemig zoete en hoppige smaak met een hint van karamel. Last but not least: Achelse Kluis Blond is een fijn trappistenbier!
Er is geen specifieke smaak te benoemen voor de term Abdijbier. Het is namelijk een verzamelnaam en een keurmerk. Onder abdijbier kunnen blonde, dubbel, tripel, quadrupel, barleywine, ipa, stout, geuze en nog veel meer vallen, hoewel je vooral de vier eerstgenoemde stijlen vooral zal tegenkomen. Smaak is dus niet afhankelijk van de term ‘abdijbier’.
Wat is het verschil tussen abdijbier en trappistenbier?
Waar aan trappistenbier drie hele specifieke regels zijn gekoppeld over de brouwplaats, het gebruik van de inkomsten en de aanwezigheid van kloosterlingen tijdens het brouwproces, kan abdijbier wél commercieel gebrouwen worden door niet-kloosterlingen en is er geen beperking op waar de inkomsten naartoe gaan.