Van Orval is er maar één
Een beetje een buitenbeentje onder de trappistenbieren. Waarom? Het is het enige klooster dat maar één bier uitbrengt en dan ook nog met de wilde gist Brettanomyces. Over dit bier kan ik uren vertellen. Maar het gaat om de smaak. Deze verandert op fles door de nagisting van de Brettanomyces-gist.
Invloed van tijd op de smaak
Drink je hem binnen zes maanden, dan proef je de hop terug, een fris en fruitig bier. Na deze zes maanden wordt het bier steeds droger, minder bitter en krijgt meer de geur van een, zoals de kenners het noemen, ‘paardendeken’. De smaak wordt lichtzurig maar blijft fris. De schuimkraag wordt ook steeds voller. Orval is zeer geschikt om in je kelder te bewaren en op een speciaal moment open te trekken. Het wordt gerekend tot een van de beste bieren ter wereld. Smaak is natuurlijk heel persoonlijk, maar ik ben het er wel mee eens.
Let op! Orval wordt maar een beperkte tijd per jaar gebrouwen tot de abdij voldaan heeft aan hun levensonderhoud. Daarna is het bier zeer lastig te verkrijgen. Meestal eindigt dit rond juni/juli.